Deze word niet meer gemaakt!   Zie aub de nieuwe model daar!

SCHROEFASRICHTING-INDICATOR

  Voor omkeerbare motors. Dit instrument geeft onmiddellijk de draairichting aan bij het starten van de motor.
 De reactiesnelheid kan minder zijn dan een kwart tour van de schroefas: Om de richting te weten na 1 tour, hoeft alleen 1 lichtonderbreker op de schroefas te worden gemonteerd. Wanneer twee lichtonderbrekers worden gemonteerd, wordt de richting al vanaf een halve toer van de schroefas aangegeven. Voor vier lichtonderbrekers zal de draairichting bekend worden na een kwart tour, etc. De enige beperking in het aantal is de lengte en de afstande er tussen de lichtonderbreker, die groter moet zijn dan de hoogte van de twee cellen, ongeveer 40 mm. Lichtonderbreker: klein stukje metaal of kunststof dat de straal tussen de twee cellen onderbreekt. In dit geval bij elke tour.

Installatie: lees aandachtig het heleblad alvorens te beginnen. 1. Monteer naar keuze een of meerdere lichtonderbrekers op de schroefas. Dit kan een aluminium hoeklijn zijn, gezaagd op een lengte van minimum 40 mm en vastgemaakt op de schroefas met bv. een slangenklem. 2. Installeer de bijgeleverde voelers (sensor, fotocel) in de nabijheid van de schroefas, zodat bij iedere omwenteling de lichtstraal goed wordt onderbroken. De twee cellen moeten boven elkaar gemonteerd zijn en niet trillen. Zorg ervoor dat er geen metaal draaiende onderdelen tegen de cellen stoten. 3. Installeer het instrument in het dashboard zodat u er een goed zicht op heeft wanneer u de motor start. Verbind dan de sensoren. Om dit te doen moet u de draad die loopt van de sensor naar de connector doorsnijden en verlengen. U moet een dun drie-aderige kabel gebruiken. Een telefoonsnoer is een prima en goedkope keuze. Pas op om geen directe spanning op de draad van de sensoren te zetten en respecteer de kleur van de drie-aderige verbindingen aan beide kanten. 4. Kies een goed zichtbare plaats voor de extra draai- richtingaanwijzer die u zo ver u wilt van het instrument kunt monteren. Verbind de drie aansluitingen ervan; Twee aan de blauwe en paarse draden die uit de connector komen en de middelste aan de positief +accu. Deze extra draairichtingaanwijzer kan ook voor iets anders gebruikt worden, mocht u het niet met dit instrument gebruiken. Het zijn gewoon twee 12 tot 30 volt lichtindicatoren. 5. Sluit tenslotte, niet eerder, de voeding van het instrument aan, in de volgende volgorde: de zwarte draad op de negatief (- accu) en de rode draad aan de positief (+ accu). Deze laatste handeling betreft de twee-aderige draad, rood en zwart, die uit de connector komt. Deze draairichtingindicatorpaneel kan van 8 tot 35 volt gevoed worden, direct door de accu's. Dit instrument bevat een automatische zekering.

Controle van de installatie: loop eerst nog een keer de bedrading na. Zet met niet draaiende motor het instrument aan door middel van de schakelaar rechts onder. Het extra richtingaanwijzerpaneel knippert kort, en een rode streep is zichtbaar op het instrument. De schakelaar links onder in positie rechts geeft continu de richting aan. In positie links stopt de aanwijzing nadat de schroefas (motor) een paar seconden heeft gedraaid. Controleer dat de sensor iedere keer reageert als een lichtonderbreker de onzichtbare infrarode straal onderbreekt. Dat is vast te stellen doordat de rode controle-ledjes aan de achterkant van de sensor uitgaan wanneer de straal wordt onderbroken.

En dan als laatste handeling in de volgende volgorde: 1) als het instrument de verkeerde, tegenovergestelde richting aangeeft, zet dan de spanning uit en verwissel de draad van de twee sensoren. 2) als de bijgeleverde draairichtingaanwijzer de tegenovergestelde richting aangeeft, zet de spanning uit en verwissel de blauwe en paarse draad. Wanneer een sensor niet goed functioneert, geeft het instrument dit aan door middel van twee, niet bewegende, rode lijnen en branden de rode en groene lampjes tegelijkertijd op de extra indicator. (Oud modeel demo VIDEO)

De montage van de sensoren naast het draaiende gedeelte moet met de grootste voorzichtigheid worden uitgevoerd, aangezien iedere draaiend mechanisch voorwerp gevaar met zich meebrengt.
 
 

Indicateur du sens de rotation de l'axe d'hélice. Anciens modèle plus livrable!

  Pour moteur de propulsion sans embrayage. Cet instrument indique immédiatement la direction vers laquelle l'axe de l'hélice commence à tourner au démarrage du moteur.

La vitesse de réaction peut être largement inférieure à un quart de tour ! · Pour savoir la direction après une révolution (tour) de l'axe, seulement un occultateur* sera monté sur l'axe d'hélice. (voyez le dessin de l'axe) · Si deux occultateurs* sont montés, la direction de rotation de l'axe sera connu des le premier demi tour. · Pour quatre occultateurs* la direction de rotation de l'axe sera connu dès le premier quart de tour. etc. La seule contrainte reposant sur le fait que la longueur de l'occultateur* doit être supérieure à la hauteur des deux cellules. Environ 40 mm. *Occultateur: (Petite pièce de métal ou autre coupant le rayon infrarouge des sondes à rythme intermitant. Dans le cas présent, à chaque révolution.)

Installation: Lisez complètement ces explications avant de commencer.

1) Fixez un ou plusieurs occultateurs sur l'axe de l'hélice. Ils peuvent être de petites cornières en aluminium d'une longueur de 40mm et d'une hauteur de 30mm, fixés par un collier.

2) Montez les sondes de façon qu'elles soient fixées à proximité de l'axe solidement. Elles doivent être fixées sur une patte métallique par leur deux boulons qu'il ne faut pas serrer exagérément. Elles doivent rester dans la position superposée, l'une sur l'autre. Assurez vous que, quand l'axe tourne, aucune pièce tournante ne heurte les sondes.

3) Montez l'instrument dans votre tableau de bord à proximité du lieu ou vous démarrez le moteur et raccordez les deux fils aux sondes. Pour ceci, les fils reliant le connecteur au sondes doit être coupé (pas trop près de l'un ni de l'autre) et interposez-y un câble à trois conducteurs de longueur voulue et surtout, suffisante. Ce dernier peut être n'importe quel câble électrique à trois conducteurs bon marché dont la section n'est d'aucune importance. Prenez garde de ne jamais appliquer de courant sur le fil des sondes au moment de l'installation et de respecter l'ordre de branchement des trois conducteurs de chaque câble.

4) Choisissez une place bien visible pour la plaquette de signalisation supplémentaire qui peut même s'installer si voulu, à longue distance de l'instrument. Branchez les trois cosses, deux aux fils bleu et mauve qui sortent du connecteur de l'instrument et le troisième (au milieu) au positif (+) batterie. Cette plaquette supplémentaire peut être utilisée pour autre chose si vous ne l'utilisez pas avec l'indicateur de direction. Elle fontionne de 12 à 24 volt et est en fait un bon voyant de contrôle.

5) Branchez enfin (et pas plustôt) l'alimentation de l'instrument. Dans l'ordre, le fil noir au négatif (-) et le rouge au positif (+). Il s'agit du fil à deux conducteurs, noir et rouge qui sort de la prise à brancher à l'arrière de l'instrument. Cet instrument s'alimente directement des batteries de bord, et la tension peut varier de 8 à 35 volt. Un fusible automatique est incorporé dans l'instrument..  (Démo VIDEO de l'ancien modèle)

Contrôle de marche: Avec moteur arrêté, actionnez l'interrupteur de droite pour mettre l'instrument sous tension. La plaquette de signalisation supplémentaire doit s'allumer brièvement et une barre lumineuse doit être présente sur l'instrument. L'interrupteur de gauche en position gauche éteint les lumières dès que le moteur a tourné quelques secondes, en position droite, l'indication est permanente. Assurez-vous que le voyant de contrôle à l'arrière des sondes s'éteint à chaque fois qu'un occultateur passe entre les deux sondes. Dans l'ordre; 1) Si l'indication de l'instrument est contraire à la marche, coupez le courant et inversez le fils des deux sondes. 2) Si l'indication de la plaquette de signalisation supplémentaire est contraire au sens de la marche, coupez le courant et inversez les fils bleu et mauve. L'instrument indique une sonde défectueuse par deux barres fixes et les lampes rouge et verte allumées simultanement.